Yule is het Keltische feest van het licht en valt variƫrend tussen 21 en 23 december wanneer de zon zijn laagste punt bereikt heeft en zijn intrede doet in het teken Steenbok. Het wordt gevierd op de kortste dag van het jaar, gevolgd door de langste nacht, op het hoogtepunt van de winter (Midwinter). Vanaf dat moment gaan de dagen weer lengen en worden de nachten weer korter. In de natuur is de stilstand nog te zien terwijl in de aarde het zaad wacht om tot ontkieming te komen.


Binnen worden tijdens de lange winteravonden verhalen verteld rond het haardvuur. Het huis wordt met Yule versierd met groenblijvende takken zoals Hulst, en de Den wordt naar binnen gehaald en feestelijk opgetuigd.
Buiten worden vuren ontstoken om met licht en hitte de donkere winter te helpen verdrijven en zo de komst van de zon te bespoedigen. Het vuur draagt ook de Goddelijke vonk in zich waarmee de Aarde bevrucht wordt.


Het was in vroeger tijden een goed gebruik om een houtblok in de haard te plaatsen en te bestrooien met zout en te besprenkelen met wijn en olie. Met stukjes hout van het voorgaande jaar, werd het Yuleblok dan aangestoken door de vrouw des huizes. Na het branden werden dan weer kleine stukjes hout bewaard voor het volgende jaar. Het huis was zo beschermd tegen brand en bliksem.


Zoals de Godin genomen heeft schenkt ze nu nieuw leven en is de terugkeer van het licht een feit. Het Goddelijke verbond gaat door, de Godin is zwanger. Yule is de belofte van de geboorte van nieuw leven, de overwinning van het licht op de duisternis. En het wiel draait verder........