Oktober/ november 2007 vond de tweede spirituele reis van Avalon en Inis Witrin plaats naar Glastonbury in Engeland.

Lees het verslag:

Dit jaar wilden we met z’n negenen Samhain ervaren in het oude Avalon. ’s Avonds in het donker kwamen we aan. Ook nu was de energie weer duidelijk voelbaar, op een andere manier echter. Ingetogen en naar binnen gericht, passend bij de tijd van het jaar. De temperatuur was warm, we hadden onze winterjassen en zelfs onze dikke truien niet nodig. Onze eerste “spirituele” avond bestond uit gezelligheid, wijn en bier en heel laat op de avond nog een frietje mayo of kaas (gatver… hoe verzinnen ze het!)

De volgende ochtend eerst naar de Tor natuurlijk; indrukwekkend als altijd stond ze daar. Op de top, lekker in de zon, met de grazende koeien om ons heen voelden we de rust en de stilte over ons komen en in ons dalen. Na de inspanning stond de koffie voor ons klaar in het ons bekende blauwe hoekje en ook nu konden we heerlijk in het gezellige hofje in het zonnetje zitten. De winkeltjes waren nog net zo leuk en de mensen nog net zo vriendelijk als de vorige keer.

Op Samhain night belden de prachtig verklede dorpskinderen aan voor Trick-or-Treat; ze keken op van onze Hollandse dropjes. In de tempel van de Godin waren we welkom om de Samhain ceremony mee te vieren; een waardig ritueel geleid door Priesteressen van Avalon, eindigend bij de vuurpot waar we ons zwarte koord, onze ballast, in konden werpen.

Nieuwjaarsochtend werd de Abbey bezocht, of liever, wat er van over is. Delen van de mooie historische muren staan nog overeind en er ligt een mogelijk graf van Koning Arthur. De grond staat vol met grote bomen die de kleuren van de herfst droegen zodat we prachtige foto’s konden nemen.

Op de eerste middag van het nieuwe jaar heeft een aantal van ons een tatoeage laten zetten, een mooi symbool voor een nieuw begin. In de door ons gewijde ruimte ondergingen we ritueel onze behandeling uitgevoerd door Flint die het wel gezellig en “super” vond.

En ook dit jaar werd het labyrint van de Tor gelopen. Op vrijdagmorgen, het was nog steeds zonnig en warm, vulden we onze flessen met water van de rode – en witte bron en begonnen we aan onze transformatietocht. Het viel nog niet mee, sommige paden waren slecht te zien en vertrapt door de vele koeienhoeven. Het duurde zes uur voordat we, moe maar voldaan, onze reis konden afronden. Na een heerlijk bad of verkwikkende douche genoten we in de plaatselijke pub van het voedzame maal waar we allemaal aan toe waren.

Na de zware lichamelijke inspanning van de vorige dag was het zaterdag tijd voor een individuele, mentale dag: de Chalice Well en de onderaardse Tempel van de witte bron. In de tuin van de rode bron was het licht en zonnig en warm; de meditatieve stilte was helend en de energie tintelend. In de onderaardse tempel van de witte bron was het donker, nat en koud; maar o zo mooi, zeer bijzonder en indrukwekkend. Heilige ruimtes voor Godinnen en een altaar voor Herne, er hing een zware mystieke sfeer waar je je heel klein in voelde. Magisch.

Op deze laatste avond hebben we in een bruin café met een vrolijke, overjarige hippie-achtige, hilarisch langzame barman Tarotkaarten gelegd en zijn we gezellig een beetje doorgezakt. Helaas (of misschien maar goed voor ons) ging de bel voor de laatste ronde al voor elven en even na elven werden we door moeder de vrouw met zachte hand en een schetterstem naar de deur verwezen. Teruglopend naar onze B&B voelden we kort het zachtste motregentje ooit. Het was een zwoele, warme nacht en we hebben nog lekker buiten nagekletst. De meesten van ons sliepen maar kort, waarschijnlijk door de energetische sfeer en de magische sluiers die met Samhain op zijn dunst zijn.

Vlak voor de terugreis ben ik nog naar de Tor gegaan en zondagmorgen om elf uur stonden we bij de bushalte. Eenmaal in de bus zochten we ons eigen plekje en was het stil. In gedachten verzonken was ieder bezig met nieuw verkregen inzichten, opgedaan in deze magische wereld waar op heilige plekken de tijd stilstaat. Dromerig, met een keltisch muziekje aan het oor en een fikse vleug melancholie keek ik achterom om een voorlopige laatste blik op de Tor te werpen….. Merry meet, merry part en merry meet again.

PERSOONLIJKE BELEVINGEN

Toen we eindelijk in de bus naar Glastonbury zaten was het al donker en hoewel we niets zagen voelde ik op een zeker moment een tinteling door me heen gaan en ik wist dat de Tor in zicht was. Ik was weer thuis. Eenmaal in het dorp kreeg ik het steeds warmer. De energie was duidelijk te voelen, anders dan ik me herinnerde, meer naar binnen gericht. Dat paste natuurlijk bij Samhain, de sluiers waren dun. Er kwam een zekere loomheid over me; ik vond het allemaal goed, ik was weer thuis. Na neergestreken te zijn in onze B&B en een vrolijk avondje in de plaatselijke pub kwam er een einde aan een lange dag en zochten we ons bed op.

De volgende ochtend, meteen na ons heerlijke ontbijt togen we naar de Tor. Wat was ze mooi. Jammer alleen dat er nu koeien op graasden. Het weer was aangenaam warm en zonnig en na de klim zaten we op de top te genieten van het uitzicht en de rust. De stilte werd voelbaar en er kwam een dankbaarheid in mij naar boven. Wat voelde het goed om hier weer te zijn. Het duurde een tijd voor ik me weer kon losrukken van deze heilige berg.
Later dronken we koffie in het ons bekende blauwe hoekje en konden we heerlijk in het gezellige hofje in het zonnetje zitten. Het leek wel zomer. De winkeltjes waren weer leuk en de mensen weer vriendelijk.
Rekening houdend met de Samhain ceremonie die om half acht begon, waren we na ons vroege avondmaal nog even aan het rusten en badderen, toen we kinderstemmetjes op straat hoorden. Trick-or-Treat ? En ja hoor, de bel ging en ze kwamen in hun mooiste Halloweenkostuum hun snoep claimen. Ze zagen er schattig uit. Enigszins verwonderd keken ze hoe Mishja en ik Hollands drop in hun snoepzakjes strooiden. Wij hadden zelf de grootste lol. Er kwamen er steeds meer. Toen we naar de tempel van de Godin liepen waren er veel mensen in het dorp op de been en we hoorden de klokken luiden en af en toe vuurwerk. Het was Samhain night en hier waren we voor gekomen. In de tempel was het druk en we hadden nog maar net een plekje. De ceremonie werd geleid door Priesteressen van Avalon en de wijze Crone van Samhain was aanwezig. Met prachtige, doordringende stemmen en welluidende teksten werden de negen Morgens aangeroepen: “I breathe you in” en in de cirkel uitgenodigd. Er werd mooi gezongen en we waren allen deel van het ritueel. We hadden bij de poort een rood - en een zwart koord gekregen. Het rode, onze bloedlijn, bonden we om onze pols en in het zwarte konden we alle negatieve ballast gooien met behulp van ons stemgeluid. Onder begeleiding van de bodhron en de tonen van “Diggin’ in the dark, strike gold in the bottom of your soul” konden we één voor één langs de Crone gaan. Ze omhelsde iedereen en toen ik haar armen om me heen voelde hoorde ik in mijn oor een donkere stem:”She was here tonight.” Buiten wierpen we onze zwarte draad in het vuur en de Priesteressen sloten rond het vuur de ceremonie af met het bedanken van de nine Morgens.

Op Nieuwjaarsdag, 1 november ging het dan gebeuren. Bij Flint, de tattoo-artiest voelde het goed om de halve maan zichtbaar en voor altijd op mijn voorhoofd te ontvangen. Er werd wierook gebrand en rituele kaarsen werden aangestoken. Brighid Marlitha riep Morgen aan en las een prachtig, door haar gemaakt gedicht voor :
”Na vele jaren ervaren, leren en je kennis aan anderen gegeven
wordt er een nieuw patroon in je persoonlijk web geweven.
Met hulp van Morgen, je Godin
branden wij nu je halve maan in
Op je voorhoofd zul je hem dragen, waarmee je Hogepriestereswijding is bekroond.
Na al het lijden word je nu beloond. Blessed Be.”
“So mote it be”, zei Flint en aan hem was de eer om namens de Godin het teken in mijn voorhoofd te branden. En aldus geschiedde het. Blessed Be.
’s Avonds kreeg ik van mijn heksen, ter ere van deze gebeurtenis een buideltje met geld voor de Keltische speld die ik zo leuk vind. Wat zijn ze toch lief.

We hadden een mooie dag uitgezocht voor het labyrint; op vrijdag liepen we in ons T-shirtje naar de ingang bij de derde steen. In onze verbondenheid met elkaar las ik een gebed voor de Lady van Avalon voor. De reis kon beginnen; ik zette de eerste stappen en het voelde vertrouwd. Ik voelde me dankbaar dat ik dit kon en mocht doen en ik begon tegen Morgen te praten en vroeg Haar Blessing voor mijn operatie. Na een eerste korte meditatie in de zonneschijn gingen we verder. Niets wees er nog op dat het zwaar en moeilijk zou worden. Het viel me wel op dat ik geen kraaien zag. Op het derde pad dat we liepen, het eerste niveau, begon mijn persoonlijke drama. Voor ik er erg in had lag ik vast tot aan mijn middel in een grote braamstruik. Ik kon geen kant op en Mishja, die achter mij liep had moeite om me eruit te trekken. Mijn spijkerbroek zat onder de doornen en mijn benen zouden ’s avonds onder de rode schrammen zitten. Ondanks de doornen voelde ik amper pijn; het was eigenlijk ook wel grappig. Toen we verder liepen moest ik hard lachen en ik hoorde Mishja achter me ook grinniken. Tegen de tijd dat we op het zevende niveau waren had ik twee flinke blaren op mijn linkervoet en deden mijn knieeën zeer van het zwikken op de pollen. Ik gaf de schuld van mijn ellende aan de koeien die de paden zo vertrapt hadden dat ik ze nauwelijks zag. Bovendien moesten de vele, helaas verse vlaaien ontweken worden. Ik voelde me kwaad worden. En de kraaien die me de vorige keer de weg hadden gewezen waren nog steeds niet te zien. Ik begreep er niks van; waarom was het dit keer zo moeilijk. Bij het einde en het begin bonden we ons rode koordje aan de offerboom. Ik maakte contact met de pelgrimssteen en mijn ademhaling stemde zich af op zijn harteklop. Mijn halve maan prikte op mijn voorhoofd toen het de steen raakte en er kwam een emotie los vanuit mijn binnenste. Ik wilde dat ik voorlopig hier kon blijven; mijn lijf deed pijn en mijn geest wilde rust. We waren echter pas op de helft en ik voelde mijn verantwoordelijkheid. We gingen verder en in eerste instantie leek het beter te gaan. Pas de laatste drie paden stortte ik in; mijn benen wilden niet meer en dankzij de inmiddels gevonden stok kon ik verder, alleen op wilskracht. Het ging steeds langzamer en na zes uur ploeteren, in mijn geval, stonden we bij de uitgang. De Godin zij gedankt! Na een verkwikkende douche, wat rust, verzorging en een pleister kon ik weer genieten van een heerlijke maaltijd in de pub.

De volgende ochtend voelden mijn knieeën nog stram en ik was blij met deze persoonlijke dag vol meditatie en introspectie. Eerst naar de Chalice Well, de rode bron, waar nog altijd die weldadige rust heerste en de energie tintelt. Een lange meditatie in de zon deed me helemaal ontspannen. Later, bij de put van de bron kwam tot mijn vreugde de didgeridoo-speler die ik al gehoord had, bij me zitten. En hij wilde op mijn verzoek ook nog die mooie klanken laten horen. Dat oergeluid absorberen, dat was echt genieten. Ik bedankte hem en besloot mijn rode bronwaterflesjes weg te brengen en nog even wat laatste boodschapjes in het dorp te gaan doen. Toen was ik klaar voor de onderaardse tempel van de witte bron; ik had nog geen idee van de ontmoeting die ik hier zou hebben, één die mijn ziel zou raken. Mijn ogen moesten wennen aan het donker en de plek was doordrongen van een vochtige kou. De grond was nat en glibberig van het bronwater en voorzichtig liep ik naar de verschillende Godinnenvertrekken. Alles was met zoveel liefde en respect verzorgd, dat kon je goed voelen en het zag er prachtig uit in het kaarslicht. Geen kerkelijke pracht en praal, maar eenvoudige materialen en symbolen zo uit de natuur en van een eerlijke charme. Gebruikt en neergelegd met oog voor ruimte en detail. Deze omgeving was kennelijk geschikt voor groene klimmers en een enkele boom, zag ik, en dat voegde een warmte toe die ik bij al dat water niet verwacht zou hebben. Waarlijk, een magische plaats. Ik had twee bloemen meegebracht en de rose legde ik op een altaar bij een levensgroot schilderij van, dacht ik, Morgen. De witte bloem hield ik bij me. Terwijl ik naar de laatste nis liep merkte ik dat de energie zwaarder werd, mystieker, bijna primitief en dierlijk. Aarzelend ging ik naar binnen en de adem stokte in mijn keel toen ik voor een groot portret van Herne stond. Levensecht, hij leek er zo vanaf te kunnen stappen. Ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Tegenover Herne stond een wiebelend bankje waar ik op ging zitten. Als gehypnotiseerd staarde ik naar mijn God. Er gebeurde iets tussen Hem en mij wat ik niet onder woorden kon brengen. Hij leek te bewegen, terwijl ik verstard was. Heel klein was ik en ergens ver weg besefte ik dat Hij Zijn plek in mijn leven claimde. Mijn halve maan stak alsof ik bij de les moest blijven; niet ontsnappen in meditatie. Hij liet me de snelheid van de angstige haas zien die Hij met één arm droeg. De scherpe blik van de snelle havik die op Zijn andere arm zat. En tenslotte de kracht van het edele hert, waarvan Hij de kop op Zijn hoofd droeg en met welke ogen Hij dwars door me heen keek. Hij dwong zoveel respect af dat ik wel voor Hem moest buigen. Verrast vond ik mezelf terug met gebogen hoofd en ik wist dat Herne glimlachte. Ik legde mijn witte bloem aan Zijn voeten en als in trance liep ik naar buiten, terug naar de tuin waar ik op een meditatieplekje alles moest laten bezinken. Maar ik kon me niet concentreren en rusteloos stond ik weer op. Ik moest terug naar de tempel, werd er onweerstaanbaar naar toe getrokken en de komende uren zou ik daar doorbrengen. Een “keeper” knikte begrijpend naar me toen hij zag dat ik weer terug was gekomen. Er waren mensen in de tempel, maar opmerkelijk genoeg kwam niemand ons storen. Herne en ik waren alleen in de nis. “Herne, ik ben teruggekomen”, zei ik overbodig en ging voor hem staan. Herne stond ineens in het licht en ik wachtte ademloos af. Het werd klam om ons heen en alles ging vertraagd. Ik probeerde te begrijpen wat er gebeurde, maar kon het niet bevatten. Ik bekeek Herne wat nauwkeuriger, hij stond hoger dan ik, en op een vreemde manier kwam Hij me bekend voor en voelde ik een aantrekkingskracht tussen ons, zowel op lichamelijk - als op zielsniveau. Ik rook en proefde het woud en ik voelde me wegzakken. Ik kwam weer tot mezelf toen ik rillend van de kou op het bankje zat. Ik was verkleumd tot op het bot, maar ik voelde me gezegend. Ik gaf Herne een offer van mezelf en ik zag zijn mond vertrekken tot een lachje. Hij beloofde mij zijn bescherming. Ik nam afscheid en was me ervan bewust dat Hij diep van binnen mijn ziel had aangeraakt. Ik bedankte Herne in het boek dat bij de ingang lag en deed geld in het potje aan de muur. Buiten vulde ik de laatste flesjes met wit bronwater en groette ik de “keeper” die mij doordringend aankeek. De schemer ging al bijna over in het donker en ik verlangde naar een hete douche en een lekker maal.

De laatste ochtend stond ik vroeg op om naar de Tor te gaan. Ik moest nadenken en afscheid nemen. Zelfs op dit uur waren er mensen. Ik zag de “keepers” van de tempel die er waarschijnlijk geslapen hadden, getuige hun deken. Eenmaal een plekje gevonden op de top, uit de wind met mijn gezicht naar de net doorkomende zonnestralen gericht, was ik alleen. Genietend van het uitzicht, de warmte, de energie en de aangename stilte liet ik mijn gedachten de vrije loop. Eén met de Tor kreeg ik rust in mijn hoofd en vielen mijn verse ervaringen langzaam op hun plek. Behalve die met Herne, dat moest ik nog uitzoeken. Toen het tijd was om terug te gaan en ik nog een laatste keer rond de top ging, liep er een grote kraai vlakbij met me mee. Daar was ze eindelijk. Ik keek in een paar donkere ogen en een golf van emotie overspoelde me; ik liet het maar gebeuren. Het was zo moeilijk om weg te gaan en ik liep treuzelend over de rug van de draak naar beneden. Mijn knorrende maag wees me de weg naar de, door Lonneke zo lief gesmeerde boterhammen. Eer ik het wist stonden we met z’n negenen met onze spullen bij de bushalte. Tijdens de busreis bedacht ik dankbaar dat de groep echt goed bij elkaar paste. Er werd met elkaar rekening gehouden, gezellig samen gegeten en elkaar ruimte gegund om individueel te ervaren. We hadden het geweldig naar ons zin gehad en ik wilde dit absoluut blijven organiseren. Spirituele ontwikkeling ervaren in een heilige wereld op een magische plek. Ik keek om en daar was ze nog één keer in haar volle glorie te zien, de Heilige Tor. Ik voelde mijn tranen komen; ik was nog niet toe aan de “gewone” wereld, nog even niet… Blessed Be Avalon, ik kom terug.

Cathain

Een jaar ervoor hadden we al besloten om te gaan en voor ik het wist stond oktober alweer voor de deur. Het was vlak voor Samhain en wederom gingen 9 heksen op pad naar het heilige eiland Avalon voor spirituele bezinning in het hart van de godin. Na een korte vliegreis van een uurtje en het wachten op de bus waren we dan onderweg naar het mooie plaatsje Glastonbury. Dit jaar bleven we een paar dagen langer. We hadden dus genoeg tijd om te genieten! In de avond zijn we naar de plaatselijke pub gegaan. De wijn vloeide rijkelijk en het was nu al vreselijk gezellig. Na wat schaamtelijk (lees dronken) geblr op straat en het eten van een nachtelijk frietje zochten we ons bed op in onze o zo gezellige bed&breakfast. We hadden wederom weer het hele huisje voor onszelf.

De volgende dag gingen we de Tor op, niet om het labyrint te lopen maar om weer even te voelen en tot rust te komen. Heerlijk!Je kunt mij gerust een hele dag op die berg achterlaten. Ik heb dan niets nodig behalve het gras onder me, het gevoel van de energie en het schitterende uitzicht dat je hebt over het heuvelige landschap van Somerset. Ik plofte neer in het gras en nestelde op de heuvel. Het was helemaal niet koud al was het alweer eind oktober. De lucht was grijs maar de berg was warm, ik kon de energie in mijn handen weer warm voelen worden. Na een uurtje gezeten te hebben om de berg en de energie opgeslurpt te hebben zijn we naar de Blue Note gegaan waar we weer heerlijk konden genieten van een warme chocolademelk. We zaten in de binnenplaats van de Glastonbury experience en het zonnetje kwam door, het was lekker warm. Ooo o, ik was weer helemaal thuis!

Na daar lekker gezeten te hebben kon ik me weer eens vreselijk verheerlijken aan de geweldig leuke winkeltjes in het stadje. Winkeltjes met prachtige godinnenbeelden, wierookmengsels, stenen, oliën, alles wat een heks ook maar nodig kan hebben. Ik nam een klein rond Gaia-beeldje mee,voor thuis naast mijn grote godinnenbeeld,als aandenken.

Maar we moesten vroeg eten want de Samhain ceremony begon al best vroeg en we wilden ons nog even optutten! Na wat lekkers gegeten te hebben in the Blue Note gingen we nog even terug naar ons huisje om ons voor te bereiden. Ik ging lekker in bad terwijl ik beneden kinderen hoorde aanbellen en een hysterische Mishja en Cathain naar beneden rennen om de trick-or-treat kindjes te voorzien van heeeerlijke dropjes. En dan op weg naar de Samhain ceremony in de godinnentempel. De priesteressen stonden al voor de ingang de mensen te verwelkomen en materialen uit te delen. Binnen was het al propvol! De tempel is niet voor niets aan het inzamelen voor een grotere ruimte want er waren veel meer gegadigden dan dat er ruimte was. We zaten hutjemutje in de mooie ruimte. De priesteressen zaten in het midden. Na een tijd begon het ritueel. Anders dan ik gewend was maar schitterend. De zangerige stemmen van de priesteressen gingen door merg en been terwijl zij de 9 Morgens opriepen. Ceridwen I breathe you in!! zong een priesteres en we ademden allemaal in om vervolgens ceeeeeeeeeeeerrrriiiiiiiddddweeeeennnnn te laten klinken en Haar aan te roepen. Het is te vergelijken met de Aum klanken van de Hindoes. Ik vond het een prachtige manier van het oproepen van de godin. Voor mij vormden de 9 Morgens de godin maar was Ceridwen toch wel erg speciaal voor mij. Er werden kaarsjes gebrand voor liefhebbenden die waren heengegaan, er werd gezongen en voorgedragen. Een mooie, interessante en indrukwekkende avond. Het nieuwe jaar was ingeluid en we hadden losgelaten wat we niet meer wilden en het positieve weer verwelkomd.

De volgende ochtend bezochten we de Abbey, dat hadden we het vorige jaar niet gedaan. Ik was voornamelijk onder de indruk van de grote mooie herfstkleurige bomen die het terrein rijk was. We hebben daar rondgewandeld en diggin in the dark lopen zingen, een liedje van de avond ervoor wat ons even niet meer losliet. Strike gold in the bottom of my soul, diggin in the dark!

Toen kwam het beloofde moment! De tatoeage! Het vorige jaar waren we er al mee bezig geweest, we wilden een tatoeage laten zetten in Glastonbury! Helaas was er vorig jaar geen tijd meer voor maar nu zou het dan toch echt gebeuren! Het was even moeilijk om terecht te kunnen bij de reguliere tattooshop in het stadje en ik werd ongeduldig. Gelukkig kreeg Mishja het goede idee om het bij een andere te proberen. Na wat bespreken ging de tattoo artist Flint akkoord om ons te tatoeren. Dat was nog even spannend omdat hij geen standaard plaatjes tatoeerde maar er meer een persoonlijke creatie van maakte. Ik wilde een klein sterretje op mijn pols. Flint vonden we allemaal geweldig. Hij was precies de man die we zochten en hij begreep waarom we er waren en vooral waarom Cathain de maan op haar voorhoofd wilde hebben. Hij liet ons onze gang gaan en was heel geduldig. Ik ging als allerlaatste en omdat ik zei dat ik het wel een beetje eng vond (in tegenstelling tot de die-hards ervoor) kreeg ik een lolly van hem, aahhh. Het deed pijn maar het was dragelijk en binnen no time had ik een tatoeage! Prachtig! De volgende dag het labyrint lopen in het nieuwe jaar met mijn nieuwe tatoeage!

De volgende dag ging ik dan met gemengde gevoelens weer richting het labyrint. Ik had weer zin om in stilte om de berg te wandelen en me terug te trekken in mijzelf. Ik huiverde alleen wel voor de langdurige tocht die het ging worden, zes uur om één heuvel, dat is niet niks. Ze noemen het ook niet voor niets een labyrint. Op een gegeven moment weet je niet meer aan welke zijde loopt. Toen we ons huisje uit liepen zagen we tot onze grote vreugde een strakblauwe lucht en het was lekker warm. Geen jas, lekker in een vestje over de berg! En dat in november, wederom gezegend door de Godin. De fotos van dit jaar van het labyrint zijn bijna identiek aan die van vorig jaar ook al was dat in mei! Het wandelen begon. Handen op de steen, voelen, in stilte en wandelen over de niveaus. Ik voelde me rustig en had veel energie. Ik voelde me lekker. Op het niveau van het water en gevoel dronk ik het water uit de heilige bron en werd ik emotioneel. Op aarde strompelde ik wederom als een rare over het niveau. Ik viel ook nog even lekker midden in de struiken waar ik vervolgens uit getrokken moest worden door mijn held Mishja. Oi Dat eerste niveau is niks voor mij. Zo was het achtste niveau ook helemaal niets voor mij. De paden waren weggeëbd door het weer of door de koeien waardoor er alleen maar een steile graswand over was. Gerriteerd, boos en angstig liep ik met scheve voeten over de helling achter de anderen aan. Die berg test je tot het uiterste. Af en toe keek ik naar mijn pols en sprak ik mezelf toe. Het gaat niet om de bestemming maar om de reis, Loop nu maar gewoon en zie waar je uitkomt. Deze affirmaties hielden me rustig waardoor ik me weer realiseerde waarom ik daar liep. Na vier uur de berg rond waren we dan in het hart van de berg. Na een energiebehandeling gehad te hebben van Mishja en nadat we allemaal op de grote steen hadden gelegen had ik weer genoeg energie om als een gek over die heuvel te crossen. En crossen zou ik want het was zwaar! Maar dit jaar zou ik het labyrint afmaken, dat had ik afgesproken met mezelf en de Godin. En jawel, na weer een paar uur (wel met het nodige geklets toch wel om de moraal erin te houden) hadden we het dan uitgelopen. We waren KAPOT. Nooit meer! Denk je dan. Mijn voeten deden pijn! De kracht is uit je benen en je wilt alleen maar onder de douche en lekker slapen. Dat deden we dan ook, na het eten doken we lekker ons bedje in.

De volgende dag deden we het rustig aan. Mijn benen voelde nog steeds vermoeid en konden niet zo lang meer lekker lopen, en ik ben gewend om aardig wat afstanden te voet af te leggen! Na weer wat winkeltjes afgestruind te hebben gingen we naar de Chalice Well. De bron van de godin. Er zijn twee bronnen, de witte mannelijke bron en de rode vrouwelijke bron. Om deze bronnen is een prachtige tuin aangelegd waar je heerlijk kan zitten en mediteren. Een geweldige plek voor bezinning en meditatie. En dat deden we dan ook. Ik heb op verschillende plekken gezeten. Bij de rode bron voelde ik weer de intense energie die ik het jaar ervoor ook had ervaren. Vorig jaar hing ik boven de bron en werd ik warm en kreeg ik er hoofdpijn van. Nu suste de energie mij in een staat van diepe meditatie. Ik was niet wakker, ik was niet in slaap. Ik zat op de rand van de bron weggezonken in de energie. Heerlijk. Ik heb vanaf de kant van de bron iedereen die ik liefheb energie gestuurd. Ik heb de Ceridwen wierook (die ik net had gekocht) als offer bij de bron gebrand. Een man met een didgeridoo maakte de sfeer nog wat meer specialer. Na wat uurtjes doorgebracht te hebben in de tuin gingen we onze laatste avond tegemoet in het stadje. Ik wist dat ik weer terug zou moeten komen. In de avond hebben we lekker Indiaas gegeten en hebben we in een Pub tarotkaartjes voor elkaar gelegd. De sfeer was weer erg gezellig. We hebben nog lang na staan praten voor de deur van ons huisje, het was zo lekker buiten!

In de bus terug de volgende dag keek ik naar buiten en nam ik afscheid van de Tor. Weer overviel me het gemengde gevoel van de grootste vreugde en de grootste heimwee. Tegelijkertijd. Sommigen omschrijven dit als een ervaring van het sublieme. Alle dagen dat ik daar was, in het hart van de Godin, baadde ik in een gevoel van het sublieme, thuiskomen, herkenning, vreugde en heimwee. Mijn hartslag leek iets sneller te gaan. Mijn ademhaling was dieper. Mijn geest leek scherper en mijn intutie een bom aan kennis en energie die elk moment kon ontploffen. Deze plek verhoogt je bewustzijn, zet alles op scherp. De tijd van Samhain stimuleert de intutie en laat je naar binnen keren om tot bezinning te komen. En dat is gebeurd. Ik kwam weer een beetje meer getransformeerd terug.

Eilana

De eerste avond toen we geland waren en ik voor het eerst in mijn leven Engels grondgebied betrad, ging er een golf van energie door mij heen; dit was zon apart gevoel dat ik bijna vergat de groep achterna te lopen. Toen wij in het donker aankwamen was ik moe en na wat gegeten en gedronken te hebben zijn we gaan slapen.

De volgende dag is een hele belangrijke dag voor mij geworden. Ik had al voor mijn Godin Morgen gekozen, maar s avonds is het mij helemaal duidelijk geworden; tijdens de Samhainviering werden de negen Morgens opgeroepen en telkens moest je Haar in de cirkel brengen. Normaal gesproken is mijn Engels bar slecht. Maar op de een of andere manier begreep ik alles en voelde het ook. Het was net of ik in een trance was en in mij werd gefluisterd: Het is goed, ik ben er voor je. Dit greep mij erg aan, dit was voor mij de bevestiging dat Zij mijn Godin is en al was voordat ik met deze reis was begonnen. Die avond zal ik nooit meer vergeten. Ook niet de priesteressen die Haar aanriepen, dat was zo intens, als ik in bed lig en terugdenk komt het met liefde weer boven.

Op Nieuwjaarsdag heb ik net als de anderen een tatoeage laten zetten, niet zomaar iets maar voor mij heel belangrijk: een kraai. Dit was ik al van plan toen wij naar Glastonbury zouden gaan om de volgende reden. Een aspect van Morgen is de kraai, maar voor mij heeft de kraai altijd al een positieve betekenis gehad. Ze geven mij een gevoel van inzicht in dingen; ook wijzen ze mij de weg, of gaan er dingen gebeuren bijvoorbeeld veranderingen. Mede daardoor wou ik een kraai op mijn arm. Alleen was het grappige ervan dat Flint, die de tatoeage zette, hem naar buiten wou laten kijken en ik zelf niet. Hij vroeg waarom de kraai naar binnen moest kijken en ik legde uit dat hij er voor mij is zodat ik weet dat ik eerst in mijzelf moet kijken en dan pas naar buiten. Dit begreep hij en spontaan zette hij een cd op van Sheryl Crow; dat was erg lief van hem. Alles wat hij deed was lief en respectvol voor ons, bijvoorbeeld tijdens de ceremonie van onze Hogepriesteres zei hij: Deze ruimte is nu van jullie. Doe maar alsof ik er niet ben. Dit werd door ons allen zeer gewaardeerd.

Ondanks dat de heilige Tor voor mij heel belangrijk is, zei het mij niet erg veel, de allereerste keer dat ik boven was. Ik denk dat het kwam omdat ik hoogtevrees heb en niet erg goed durfde te kijken; wel voelde ik de energie die er hing. En toen kwam de dag dat we het labyrint gingen lopen. Ik dacht nog: Dat wordt wat met mijn hoogtevrees. Niettemin ben ik er aan begonnen, het was wel zwaar omdat mijn rug en nek niet erg meewerkten. Maar nu kwam het wonderbaarlijke: ik heb niet één keer last gehad van mijn hoogtevrees, het leek wel of ik het nooit had gehad. Wel voelde ik de trillingen van de levels toen we naar boven gingen. Toen we bij de offerboom waren aangekomen heb ik mijn rode lintje opgehangen. Ik zag anderen uit mijn groep contact maken met de pelgrimsteen; dit heb ik ook gedaan en ik voelde veel dingen naar boven komen, vooral emoties. Wij begonnen dezelfde weg terug te gaan. Opeens, ik weet niet meer of het het derde of vierde level was, begon ik in mijzelf te huilen. Ik wist niet wat mij overkwam maar het was zo iets moois dat ik het voor de wereld niet had willen missen. Op hetzelfde moment ging de zon bijna onder zoals te zien is op de foto. Toen wij beneden waren was ik wel moe, maar zo voldaan zoals ik in mijn hele leven nog niet was geweest. Dit wil ik beslist over doen. Dus Glastonbury en de heilige Tor: "Ik kom terug naar het land van mijn Godin Morgen, het land dat nu een stukje van mij is geworden."

Duvessa